Mijn les als moeder, diagnose en nasleep

Fijn, een diagnose! Het lijkt wel of wel of alle kinderen tegenwoordig een etiketje moeten hebben. Is je kind druk? ADHD. Is je kind vaak boos? ODD. Heeft je kind weinig vriendjes? Autistisch. Moeilijk leren? Dyslexie. Elk kind kan zo zijn eigen sticker krijgen. Fijn, dan weet je wat je kind heeft en wat er is. Oké. Een diagnose dus. En nu?

Vanaf groep 3, waarin wij onze dochter zagen veranderen van een vrolijk, spontaan, lief meisje, naar een ongelukkig meisje dat zich op school zo in de hoek gedreven voelde worden en van zich af ging bijten, gaven de leerkrachten voorzichtig bij ons aan dat ze wellicht “gedragsproblemen” zou hebben. Hu?? Op school verwacht je toch van de leerkracht, pedagogisch geschoold, dat het verder kijkt, als een kind zo drastisch verandert. Het etiket “gedragsproblemen” wordt dan snel geplakt. Wanhopig voel je je dan als ouder. Thuis namen driftbuien en woede uitbarstingen de overhand, die ze voornamelijk op mij, mama, richtte. Ik miste iemand die mij bij de hand nam, me kon vertellen wat we voor haar konden doen, wie of wat we nodig hadden op dat moment. Uiteindelijk hebben we haar een rots & water training laten volgen bij een hele fijne kindercoach. Daar werd ze wel weerbaarder door. Maar niet gelukkiger op school.

Gelukkig kwamen wij op school bij een heel capabele intern begeleider in goede handen. Het is dan inmiddels eind groep 4. We bespraken onze zorgen en vermoedens met haar. Ons vermoeden ging in de richting van beeld denken, hoog gevoeligheid. Zij raadde ons toen aan om een dyslexie onderzoek te doen met onze dochter. Oké, dyslexie, daar hadden wij nog niet aan gedacht. Ze kon immers lezen en schrijven? Onze ib ‘er raadde ons een dyslexie begeleidingspraktijk aan die veel met beeld denken doet, zou prima passen bij onze dochter. Zenuwachtig dat ze was, onze dappere, kleine meid. Maar ondanks de zenuwen 2 hele middagen alle tests zo goed mogelijk doorstaan. En toen, het verlossende antwoord: Ernstige enkelvoudige dyslexie. Na 2,5 jaar ellende op school, kregen wij voor onze dochter dus eindelijk ook een etiketje. Wat je als ouder dan ervaart, wanneer je een diagnose krijgt, is zo tegenstrijdig:

Eerst dachten we: “oké, fijn, we weten wat er aan de hand is, we kunnen haar helpen, zie je wel, we zijn niet gek,”. Maar dan, wanneer het wat zakt, komen de vragen. En de emoties. En als je als ouders al zulke tegenstrijdige gevoelens hebt, hoe is dat dan voor een kind van 8 jaar? Onderweg in de auto naar huis, zeker een rit van 40 minuten, heeft ze alleen maar uit het raam gekeken. Zo stil dat het me pijn deed. Elke poging die ik deed om contact met haar te krijgen, sloot ze zich verder van me af. Ik heb haar maar gelaten, in haar eigen wereld en met haar eigen gedachten. Eenmaal thuis, veilig en vertrouwd, begon ze hartverscheurend te huilen en te schreeuwen. Zo boos, verdrietig en kwetsbaar….. En dan? Troosten? Het gaat wel over? Nee, dat gaat het niet.

De diagnose dus. Punt. O ja, life goes on. Hup, naar school. Nee, ze heeft dus geen gedragsproblemen juffrouw. Ja, heel fijn. Ze heeft dyslexie. En nu? Op school is dit toch wel lastig hoor, want dan heeft ze dus extra begeleiding nodig. Thuis zit ze zelf, samen met mama of papa, na school en uit het werk, elke dag zeker een half uur oefeningen te doen, te lezen, vaak geen zin, maar toch op karakter. 1 keer per week naar dyslexiebegeleiding, 1 uur lang. Binnen 10 maanden heeft ze 1,5 leerjaar ingehaald, leest ze op niveau en heeft ze alleen maar mooie cijfers op haar rapport.

Invloed, impact en nasleep

Nu, na 3 jaar, krijgt alles een plekje, is de eerste, rauwe emotie wat gezakt. Dankzij onze dochter, die ons heeft laten zien, geleerd heeft, wat doorzetten is, zij heeft ons aan de hand hier doorheen geleid. Zij is elke dag op school weer geconfronteerd met haar etiket, elke toets die voorgelezen moest worden, of wanneer ze een cito ineens met de groep lager moet maken zonder overleg, letters kleuren bij spelling, ondertiteling die te snel gaat.

Haar boosheid naar mij, mama, is weg. Ik vraag haar hoe dat komt. Haar antwoord trof mij diep: “Mama, ik was boos op jouw omdat ik hulp nodig had. Jij hebt mij geholpen. Daarom”. Ik vraag haar waarom ze me dat niet eerder heeft verteld. “Omdat je het me niet hebt gevraagd”. Mijn les als moeder: Als je vermoed dat er iets niet klopt, blijf dan bij je gevoel.

Na de diagnose volgt een leegte, nemen emoties het over. Bij jezelf, bij je kind. Ongeacht wat voor diagnose dan ook. Pak je kind bij de hand, ga samen de strijd aan. Niemand vertelt jou of je kind wat je na de diagnose kunt verwachten. Er is niemand die je bij de hand neemt. Emoties nemen de overhand. Met mijn verhaal, waarbij de emoties tijdens het schrijven plots weer in mijn keel zitten, hoop ik andere ouders bij de hand te kunnen nemen. Je staat er niet alleen voor!